Over epilepsie

Prikkelbaar, agressief gedrag en een kort lontje bij epilepsie

Epilepsie en medicijnen tegen epileptische aanvallen (anti-epileptica) kunnen invloed hebben op je gedrag. Soms zijn mensen door aanvallen prikkelbaar of hebben ze een ‘kort lontje’. Een enkele keer kan iemand zelfs agressief reageren. Waarom gebeurt dat? Kun je het voorkomen? En hoe ga je ermee om? In dit artikel lees je meer over prikkelbaar gedrag bij epilepsie.

Epilepsie is een hersenaandoening waarbij iemand een tijdelijke verstoring in de hersenen heeft, een soort kortsluiting. Dat noemen ze een epileptische aanval. Meestal duren epileptische aanvallen maar kort, zoals een paar seconden of minuten. Soms duren ze langer. Hoe lang een aanval duurt en hoe een aanval eruitziet verschilt per persoon en per aanval. De symptomen of kenmerken zijn bij iedereen anders.

Lees meer over soorten aanvallen.

Prikkelbaar, agressief gedrag en een kort lontje

Vóór de aanval

Voor de aanval begint, kan iemand zich prikkelbaar gedragen en snel boos worden. Soms duurt dit een paar uur soms zelfs een paar dagen. Meestal voelt iemand zich dan al niet lekker in zijn vel zitten. Dit gevoel komt waarschijnlijk doordat er al epileptische activiteit in de hersenen is die op een aanval wijst maar die nog niet sterk genoeg is. Mensen in de omgeving hebben vaak al in de gaten dat er een aanval op komst is.

Tijdens de aanval

Prikkelbaar gedrag tijdens een aanval komt vooral voor bij focale aanvallen met verminderde gewaarwording. Bij deze aanvallen is iemand er niet helemaal bij en je kunt vaak ‘automatismen’ zien. Iemand doet dan onbewuste dingen zoals lopen, friemelen, smakken, aan kleding trekken of dingen verplaatsen. Prikkelbaar gedrag kan ook voorkomen bij epileptische aanvallen die ontstaan in het deel van je hersenen dat je emoties regelt. Soms kan iemand zelfs agressief tijdens een aanval zijn en hij of zij kan dan aanvallende en wilde bewegingen maken.

Je kunt het beste iemand tijdens zo’n focale aanval niet tegenhouden. Daardoor kan de persoon namelijk alleen maar onrustiger worden en soms zelfs boos. Het verstoren of tegenhouden van gedrag tijdens de aanval, kan dus invloed hebben op dat gedrag.

Na de aanval

Ook in de periode na een aanval, de zogenaamde ‘post-ictale’ fase, kan iemand verward en prikkelbaar zijn. Dit geldt niet alleen voor focale aanvallen maar kan ook voorkomen bij aanvallen met schokken en bewusteloosheid (tonisch-clonische aanvallen). De aanval zelf is voorbij, maar iemand is dan nog niet volledig bij bewustzijn en nog niet alle hersencellen werken meteen zo goed mogelijk. Ook in deze fase is een rustige manier van contact zoeken het beste.

Invloed medicijnen

Niet alleen de aanvallen kunnen invloed hebben op het gedrag. Ook medicijnen tegen aanvallen (anti-epileptica) kunnen een rol spelen. Een van de bijwerkingen van de medicijnen levetiracetam en brivaracetam kan een kort lontje of agressief gedrag zijn. Bij sommige kinderen kan natriumvalproaat prikkelbaarheid veroorzaken. Denk jij dat de medicijnen tegen aanvallen invloed hebben op het gedrag? Bespreek dit dan met de neuroloog. Hij of zij kan tegenwoordig kiezen uit verschillende medicijnen. Misschien is er een ander middel dat minder invloed heeft op het gedrag.

Ook de medicijnen om een aanval te stoppen kunnen dit gedrag veroorzaken. Het gaat dan om de zogenaamde coupeer- of noodmedicatie zoals midazolam  neusspray en andere benzodiazepinen.

Autisme, epilepsie en gedrag

Ongeveer 1.7% van de kinderen in Nederland heeft autisme, ook wel bekend als autismespectrumstoornis (ASS). Ongeveer een derde van de kinderen met epilepsie heeft ook autisme. Deze kans is het grootst wanneer de epilepsie op jonge leeftijd begint. Autisme komt het meest voor bij mensen met epilepsie die ook een ernstige verstandelijke beperking hebben. Bij kinderen met autisme komen woede-uitbarstingen en agressief gedrag vaak voor, meer dan bij kinderen zonder autisme of met alleen een verstandelijke beperking. Dit geldt ook voor volwassenen met autisme.

Hoe ga je om met dit gedrag?

Het is niet makkelijk om te gaan met iemand met een kort lontje of agressief en prikkelbaar gedrag. Vooral voor mensen in de omgeving kan dit lastig zijn. Het kan eng zijn als je partner of kind ineens zo anders reageert terwijl hij of zij normaal gesproken juist zo lief of rustig is.

Het is belangrijk om te beseffen dat iemand met zo’n aanval er helemaal niets aan kan doen. De agressie is ook nooit tegen jou persoonlijk gericht. Bijna altijd vindt iemand het achteraf heel erg om te horen hoe hij of zij zich heeft gedragen tijdens de aanval.

Een paar tips

  • Praat rustig tegen de persoon.
  • Probeer de persoon niet aan te raken.
  • Houd het automatische gedrag zoals het lopen, friemelen, aan kleding trekken of dingen verplaatsen niet tegen.

Wordt de situatie gevaarlijk?

Loopt iemand bijvoorbeeld naar een drukke straat of brengt hij of zij zichzelf of jou op een andere manier in gevaar?  Dan moet je natuurlijk wel ingrijpen. Probeer de persoon dan zo voorzichtig mogelijk tegen te houden. Lukt dit niet en is er gevaar, bel dan het alarmnummer 112.

Lees meer over eerste hulp bij aanvallen.